Hormonen en verwante stoffen
S2. Hormonen en verwante stoffen
De volgende stoffen en hun releasing factors, zijn verboden:
1. Erytropoëtine (EPO, epoëtine)
2. Groeihormoon (GH, somatropine), Insuline-achtige Groeifactoren (zoals IGF-1 )Mechano Groeifactoren (MGFs)
3. Gonadotrope hormonen (zoals LH, HCG-humaan choriongonadotrofine), alleen voor mannen verboden
4. Insulines
5. Corticotrope hormonen (ACTH, tetracosactide)
en andere stoffen met een vergelijkbare chemische structuur of vergelijkbare biologische werking.
Er is sprake van een verboden stof in het monster wanneer de concentratie van de verboden stof, of haar metabolieten en/of relevante ratio’s, in het monster van de sporter de waarden die normaal gevonden wordt bij mensen zodanig overschrijdt dat het niet consistent is met een normale endogene productie, tenzij een sporter kan aantonen dat de concentratie het gevolg is van een fysiologische of pathologische oorzaak.
Wanneer het laboratorium, gebruikmakend van een betrouwbare analysemethode, rapporteert dat de verboden stof van exogene herkomst is, wordt het monster geacht een verboden stof te bevatten en zal een belastend analyseresultaat worden gerapporteerd.