Anabole middelen
S1. Anabole middelen
Anabole middelen zijn verboden.
1. Androgene Anabole Steroïden (AAS)
a. Exogene* androgene anabole steroïden zoals:
1-androsteendiol (5α-androst-1-ene-3β,17β-diol), 1-androsteendion (5α-androst-1-ene-3,17-dion), bolandiol (19-norandrosteendiol), bolasteron, boldenon, boldion (androsta-1,4-diene-3,17-dion), calusteron, clostebol, danazol (17α-ethynyl-17β- hydroxyandrost -4-eno[2,3-d]isoxazol), dehydrochloormethyltestosteron (4-chloro-
17β-hydroxy-17α-methylandrosta-1,4-dien-3-on), desoxymethyltestosteron (17α-methyl-5α-androst-2-en-17β-ol), drostanolon (dromostanolon), ethylestrenol (19-nor-
17α-pregn-4-en-17-ol), fluoxymesteron, formebolon, furazabol (17β-hydroxy-17α-methyl-5α-androstano[2,3-c]-furazan), gestrinon, 4-hydroxytestosteron (4,17β-dihydroxyandrost-4-en-3-on), mestanolon, mesterolon, metenolon, metandiënon
(17β-hydroxy-17α-methylandrosta-1,4-dien-3-on, methandrostenolon), methandriol, methasteron (2α, 17α-dimethyl-5α-androstaan- 3-on-17β-ol), methyldienolon (17β-hydroxy-17α-methylestra -4,9-dien-3-on), methyl-1-testosteron (17β-hydroxy-17α-methyl- 5α-androst-1-en-3-on), methylnortestosteron (17β-hydroxy-17α- methylestr-4-en-3-on), methyltrienolon (17β-hydroxy-17α-methylestra-4,9,11-trien-3-on),
methyltestosteron, miboleron, nandrolon, 19-norandrosteendion (estr-4-ene-3,17-dion), norboleton, norclostebol, norethandrolon, oxabolon, oxandrolon, oxymesteron, oxymetholon, prostanozol ([3,2-c]pyrazol-5α-etioallocholane-17β-tetrahydropyranol), quinbolon, stanozolol, stenbolon, 1-testosteron (17β-hydroxy-5α-androst- 1-en-3-on), tetrahydrogestrinon (18a-homo-pregna-4,9,11-trien- 17β-ol-3-on, THG), trenbolon en andere stoffen met een vergelijkbare chemische structuur of vergelijkbare biologische werking.
b. Endogene** androgene anabole steroïden:
Androstanolon (17β-hydroxy-5α-androstan-3-one,dihydrotestosteron), androsteendiol (androst-5-een-3β,17β-diol), androsteendion (androst-4-een-3,17-dion), prasteron (dehydroepiandrosteron, DHEA), testosteron en de volgende metabolieten en isomeren:
5α-androstaan-3α,17α-diol, 5α-androstaan-3α,17β-diol, 5α-androstaan-3β,17α-diol, 5α-androstaan-3β,17β-diol, 3α-hydroxy-5α-androstaan- 17-on, 3β-hydroxy-5α-androstaan- 17-on, androst-4-een-3α,17α-diol, androst-4-een-3α,17β-diol, androst-4-een-3β,17α-diol, androst-5-een-3α,17α-diol, androst-5-een-3α,17β-diol, androst-5-een-3β,17α-diol, 4-androsteendiol (androst-4-een-3β,17β-diol), 5-androsteendion (androst-5-een-3,17-dion), epi-dihydrotestosteron, 19-norandrosteron, 19-noretiocholanolon.
Wanneer een androgeen anabool steroïd van nature endogeen wordt geproduceerd, is sprake van een verboden stof in het monster en zal een belastend analyseresultaat worden gerapporteerd, indien de concentratie van de verboden stof of haar metabolieten en/of welke andere relevante ratio(s) dan ook zodanig afwijkt van de waarden die normaal gevonden worden bij mensen, dat het niet waarschijnlijk is, dat het consistent is met een normale endogene productie. Er is geen sprake van een monster dat een verboden stof bevat, wanneer een sporter bewijs kan overleggen dat de concentratie van een verboden stof, of haar metabolieten en/of enige andere relevante ratio(s) in het monster, is toe te schrijven aan een fysiologische of pathologische oorzaak.
In alle gevallen en bij elke concentratie is sprake van een verboden stof in het monster van de sporter en zal het laboratorium een belastend analyseresultaat melden, wanneer, gebaseerd op een betrouwbare analysemethode (zoals IRMS), het laboratorium kan aantonen dat de verboden stof van exogene herkomst is. In een dergelijk geval is nader onderzoek niet noodzakelijk.
Wanneer een waarde niet afwijkt van de waarden die normaal gevonden worden bij mensen en de betrouwbare analysemethode (zoals IRMS) niet heeft vastgesteld dat sprake is van exogene herkomst van de stof, maar als er serieuze aanwijzingen zijn dat in het monster van de sporter sprake is van een verboden stof (zoals een vergelijking van steroïdprofielen), of wanneer een laboratorium melding maakt van een T/E ratio groter dan vier (4) staat tot een (1), en een betrouwbare analysemethode (zoals IRMS) niet de exogene herkomst van de stof heeft aangetoond, kan de relevante Anti-Doping Organisatie nader onderzoek (laten) verrichten door eerdere testresultaten opnieuw te bekijken of nieuwe testen uit te voeren.
Wanneer een dergelijk nader onderzoek noodzakelijk is, zal het laboratorium dit melden als atypisch en niet als belastend. Als het laboratorium rapporteert, gebaseerd op een betrouwbare analysemethode (zoals IRMS) dat de verboden stof van exogene herkomst is, is geen nader onderzoek nodig en is sprake de aanwezigheid van deze verboden stof in het monster. Wanneer een aanvullende betrouwbare analysemethode (zoals IRMS) niet is toegepast en er niet minimaal drie eerdere testresultaten beschikbaar zijn, dient de relevante Anti-Doping Organisatie de sporter ten minste drie keer onaangekondigd te controleren in een periode van drie maanden ten einde een longitudinaal profiel van de sporter vast te stellen. Als het longitudinale profiel van de sporter zoals vastgesteld uit de testen fysiologisch niet normaal is, zal het resultaat als een belastend analyseresultaat gemeld worden.
In extreem zeldzame gevallen kan endogeen boldenon worden aangetroffen in zeer lage nanogram per milliliter (ng/ml) waarden in de urine. Wanneer een dergelijke zeer lage concentratie van boldenon wordt aangetroffen door een laboratorium en een betrouwbare analysemethode (zoals IRMS) heeft niet aangetoond dat de verboden stof van exogene herkomst is, kan nader onderzoek worden verricht door (een) nieuwe test(en) uit te voeren.
Voor 19-norandrosteron geldt dat een belastend analyseresultaat, gerapporteerd door een laboratorium, wordt beschouwd als wetenschappelijk en valide bewijs voor de exogene herkomst van de verboden stof. In een dergelijk geval is nader onderzoek niet noodzakelijk.
Wanneer een sporter weigert aan de onderzoeken mee te werken, is sprake van een overtreding van het dopingreglement.
2. Andere anabole middelen zoals,
Clenbuterol, selectieve androgeen-receptormodulatoren (SARMs), tibolon,
zeranol, zilpaterol.
Met betrekking tot de gehele sectie S1 geldt:
* “Exogeen” refereert aan een stof die van nature niet door het lichaam kan worden aangemaakt.
** “Endogeen” refereert aan een stof die van nature door het lichaam kan worden aangemaakt.